Inhoud
Een spoelventiel wordt gebruikt om de uitstoot van auto's te reguleren. Dit computergestuurde ventiel voorkomt dat brandstofdampen in de atmosfeer ontsnappen terwijl de motor uitstaat. De dampen worden opgeslagen in het houtskoolbussysteem. De ongebruikte brandstofdampen worden gerecycled in de verbrandingskamer wanneer de motor wordt gestart.
verpachting
De spoelmagneetklep bevindt zich op of nabij het gasklephuis van moderne automotoren. De ontluchtingsklep bevond zich op de bovenkant van de busconstructie waarin de jaren 1970 tot midden jaren 1980 werden gebouwd. De busconstructie van de oudere auto's werd in een hoek van het motorcompartiment geplaatst.
Zelftest
De spoelmagneetklep wordt bestuurd door de aandrijfmodule. De klep blijft gesloten wanneer de boordcomputer het systeem controleert en een zelftest uitvoert. Wanneer de test is voltooid, worden de opgeslagen dampen in de verbrandingskamer gebracht.
Defecte klepcomponenten
De spoelafsluiter is onderdeel van het emissiesysteem. Daarom kan een defecte klep ertoe leiden dat het lampje "Service Engine Soon" gaat branden. Slangen moeten stevig op het spoelventiel worden aangesloten. Als een slang of leiding is gebarsten of in olie is gedrenkt, moet deze worden vervangen door brandstofbestendige slangen voor canistersystemen.