Inhoud
Brandstofpompen en injectoren zijn tegenwoordig twee essentiële onderdelen van auto's. Beide componenten hebben vergelijkbare kenmerken. Ze vervullen echter heel verschillende functies tijdens de normale bedrijfscyclus.
afmeting
Een brandstofinjector heeft meestal een diameter van één tot twee centimeter. Een brandstofpomp in de tank is meestal vijf tot zeven centimeter lang met een diameter van vier tot vijf centimeter.
functie
Een brandstofpomp brengt brandstof onder druk en deze door de brandstofleiding naar de brandstofinjectoren. De injectoren verstuiven de brandstof onder druk en injecteren deze in de verbrandingskamer.
effecten
Brandstofpompen verhogen de druk in het brandstofsysteem. Brandstofinjectoren verlagen de druk in een brandstofsysteem.
overeenkomsten
Zowel brandstofpompen als injectoren worden aangedreven door het elektrische systeem.
cyclus
De brandstofpomp komt aan de rechterkant van de brandstofleiding. Zodra dat niveau is bereikt, wordt de brandstofpomp uitgeschakeld. De cyclus wordt gemeten in seconden. Een brandstofinjector gaat open wanneer deze een puls ontvangt die door de computer wordt gegenereerd. De cyclus voor deze pulsen wordt gemeten in milliseconden.