![Wat is het verschil tussen automatische transmissievloeistoffen van Mercon en Dexron? - Auto Reparatie Wat is het verschil tussen automatische transmissievloeistoffen van Mercon en Dexron? - Auto Reparatie](https://a.dtcawebsite.org/car-repair/what-is-the-difference-between-mercon-dexron-automatic-transmission-fluids.jpg)
Inhoud
Automatische transmissies vereisen vloeistof om de interieuronderdelen te smeren. Rijomstandigheden genereren warmte in de transmissie. Automatische transmissievloeistof koelt de transmissiecomponenten en zorgt voor een soepele overdracht van vermogen naar de transmissie voor een juiste werking. Verschillende soorten automatische transmissievloeistof. Twee veel voorkomende typen zijn Dexron en Mercon.
Mercon
Mercon kwam in 1987 op de markt, volgens het boek "The Role of the Chemist in Automotive Design" van Herman K. Phlegm. Dit type automatische transmissievloeistof stopte in 2007 met de productie. Mercon wordt gebruikt in Ford-voertuigen en is niet compatibel met Ford en Toyotas type F-vloeistof. Na 2007 werd Mercon Mercon in 1997 geïntroduceerd voor gebruik in de Ranger, Explorer, Aerostar en andere Ford-voertuigen. Hoewel vergelijkbaar met Dexron in zijn rode kleur, zijn er chemisch een paar verschillen. Mercon heeft een ander vlampunt dan Dexron. Mercon heeft een vlampunt van 170 graden Fahrenheit en een vuurpunt van 185 graden.
Dexron
Dexron wordt gebruikt in General Motors-voertuigen. Brandstoffen en smeermiddelen Handboek: technologie, eigenschappen, prestaties en testen, deel 1 van het boek Dextron III is ontwikkeld om soepeler schakelen mogelijk te maken en oxidatie te verminderen met behoud van lagere temperaturen. Oorspronkelijk gebruikte Dexron potvisolie in zijn samenstelling. De overheid verbood de import van potvisolie in 1971. Later werd het opnieuw geformuleerd en vrijgegeven zonder potvisolie en met verbeterde roest- en corrosieremmers. Het vlampunt is 177 graden, iets hoger dan dat van Mercon.
overwegingen
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor vereisten voor vloeistoftransmissie voor een specifiek voertuig. Transmissievloeistoffen zijn verschillend, zijn geformuleerd voor specifieke voertuigen en hebben verschillende chemische make-ups. Voordat u een specifiek type gebruikt, moet u controleren of dit het juiste type is voor het specifieke voertuig dat wordt onderhouden. Transmissievloeistof moet worden toegevoegd wanneer de vloeistof laag is en met specifieke intervallen. Traditioneel moet de vloeistoftransmissie elke 60.000 tot 100.000 mijl worden veranderd. Als de vloeistof niet op geplande tijden wordt ververst, kan dit leiden tot een beschadigde transmissie en dure reparaties. Controleer regelmatig de transmissievloeistofniveaus en vul zonodig bij tussen vloeistofwisselingen.